Implantaatprothese.

Het komt voor dat een gebitsprothese, of alleen het gedeelte dat bestemd is voor de onderkaak, niet goed blijft zitten. Een loszittende ondergebitsprothese is zelfs de meest voorkomende klacht bij mensen die een volledige gebitsprothese dragen. Een tandprotheticus kan in dergelijke gevallen voor u een goede oplossing bieden in de vorm van een gebitsprothese op implantaten.

 

Implantaat is een kunstwortel
Een implantaat is een kunstwortel die als een schroef in de kaak wordt geplaatst. Om een gebitsprothese goed te kunnen dragen zijn twee tot vier implantaten voldoende.
Een implantaat is in de regel gemaakt van titanium en heeft een keramische buitenlaag. Dit zijn beide materialen die het lichaam niet afstoot. Een implantaat heeft een doorsnee van ongeveer vier millimeter en is tien tot zestien millimeter lang.

 

Zelden is een implantaat in de bovenkaak nodig; implantaten in de onderkaak worden veelvuldig toegepast. Als uw kaak geheel genezen is van de ingreep en het implantaat in het bot vastzit, biedt het implantaat houvast aan uw uiteindelijke gebitsprothese. Gedurende de periode (± 8 weken) dat het implantaat moet vastgroeien in het bot, loopt u nooit zonder gebitsprothese.

 

Wanneer kiezen voor implantaten
Implantaten worden vaak geplaatst als blijkt dat de kaak te weinig houvast biedt voor een "normale" gebitsprothese. Bij langdurig dragen van een gebitsprothese blijft met name de onderkaak slinken. De onderkaak wordt minder hoog en uw gebitsprothese gaat steeds losser zitten. De gebitsprothese schuift over het tandvlees met daaronder het kaakbot, wat klachten kan geven.

Bij een controlebezoek kunnen wij beoordelen of vervanging/aanpassing van uw huidige gebitsprothese nodig is of dat het plaatsen van implantaten nodig blijkt te zijn. Als uw klachten van dien aard zijn en de onderkaak zo laag is dat van de eerste twee mogelijkheden (vervanging of aanpassing) geen sprake is, dan zullen wij u doorverwijzen naar de implantoloog waarmee wij nauw samenwerken.